Wie zich comfortabel voelt bij het eten van vlees, moet zich ook comfortabel voelen bij het doden van een dier, vindt kunstenaar en activist John O’Shea. Sinds 2008 werkt hij aan de ontwikkeling van een (denkbeeldig) wetsvoorstel dat ieder van ons zou verplichten om een vergunning te halen als we vlees willen kopen of consumeren. Het “vleesbrevet” kan behaald worden door drie specifieke dieren te slachten, onder begeleiding van een expert.
O’Shea is één van de ongeveer twintig kunstenaars die meewerkt aan mEATing – kill your darlings in Tilburg, een confronterende tentoonstelling over onze gespannen verhouding met vlees en dieren. De derde editie van mEATing heeft het varken als centrale thema. In België en Nederland leven meer varkens dan mensen, maar die dieren zijn totaal onzichtbaar. Vroeger was dat anders: Het varken leefde samen met de mens en vlees was vaak afkomstig van een dier dat thuis werd vetgemest en geslacht. mEATing onderzoekt of de moderne consument de confrontatie met de herkomst van zijn of haar varkenslapje nog aan kan, en wat anoniem vlees met ons doet.
Lowtech Magazine praatte met Tineke Schuurmans, die het evenement bedacht en uitwerkte, en Marjon Krol, medewerker bij de Stuurgroep Landbouw Innovatie Brabant, die het project financieel mee ondersteunt: “mEATing neemt geen standpunt in over wel of niet vlees eten, over kleinschalige of grootschalige varkenshouderij. Wij willen de discussie openbreken. Als het over vlees gaat, praten mensen volslagen langs elkaar heen.”
Foto: Het snoepgoed-varken van Marianne Peijnenburg. mEATing.
——————————————————————————————————–
|
// http://pagead2.googlesyndication.com/pagead/show_ads.js // http://pagead2.googlesyndication.com/pagead/show_ads.js |
——————————————————————————————————–
Tineke Schuurmans is fotografe en al geruime tijd bezig met het thema vlees. Zo maakte ze een reeks foto’s van geslachte en gestroopte dieren, al is dat voor velen van ons in eerste instantie niet duidelijk, omdat ze vaak op details focust:
“Mensen vinden de foto’s mooi, tot ze weten waar ze naar kijken. Dan wordt het opeens te confronterend. Het was de bedoeling dat de collectie zou worden tentoongesteld in een bos maar Staatsbosbeheer vond ze te controversieel. Interessant is dat oudere mensen heel anders reageren. Zij weten nog hoe een gestroopte haas er uit ziet, dus voor hen is er niets speciaals aan. Kinderen tot een jaar of tien hebben er ook geen problemen mee. Ze nemen het gewoon zoals het is, ze zijn nieuwsgierig. Maar heel die tussengeneratie kan de confrontatie niet aan. Waarom? Gewenning, normen, dogma’s.”
Uit haar eigen werk groeide bij Tineke Schuurmans het idee om een bredere tentoonstelling op te zetten, waarin ook andere kunstenaars het thema vlees aansnijden. De eerste editie van mEATing vond plaats in 2009, en voor de derde editie die deze maand in Tilburg loopt hebben de kunstenaars speciaal voor de tentoonstelling een nieuw werk gemaakt. Dat levert een sterk geheel op dat heel wat vragen oproept. De lokatie, een voormalige voedselfabriek op een industrieterrein nabij Tilburg, versterkt het confronterende karakter van veel kunstwerken.
Mens/en/vlees
mEATing bengt een subtiele boodschap. Terwijl dierenrechtenorganisaties meestal eenduidig de wantoestanden in de vleesindustrie aan de kaak stellen, en milieuorganisaties focussen op cijfers die de onduurzaamheid van vleesconsumptie aantonen, benadert het kunstenaarscollectief het thema vlees vanuit heel verschillende invalshoeken.
Er zijn bijvoorbeeld de reusachtige naaktfiguren van Virgilius Moldovan, die dankzij een originele formule voor de kleuring zowel visueel als stoffelijk een unieke huid kregen. Mensen eten niet alleen vlees, we zijn ook vlees. Marleen Oud, een andere deelnemende kunstenaar, maakt die dubbelzinnigheid duidelijk in een film waar ze een bloedworst van haar eigen bloed maakt, en die vervolgens ook op eet.
Tineke Schuurmans: “mEATing gaat niet alleen over het vlees dat wij consumeren, maar ook het vlees dat wij zelf zijn. Het is een confrontatie met onszelf. Mensen en varkens lijken veel meer op elkaar dan wij willen toegeven. Het zijn erg slimme en sociale dieren die houden van aanrakingen en niet graag gepest worden. Ze hebben een persoonlijkheid. Ze hebben heel menselijke ogen. Ze maken precies dezelfde smakgeluiden als wij. Onze omgang met varkens zegt veel over hoe wij onszelf als mens in de hiërarchie positioneren.”
——————————————————————————————————–
“Mensen en varkens lijken heel erg op elkaar. Ze hebben een persoonlijkheid, ze zijn slim, ze hebben heel menselijke ogen”
——————————————————————————————————–
De complexe en bizarre relatie tussen mens en dier wordt gedemonstreerd in Facing Animals, een van de kortfilms die op de tentoonstelling te zien is. Jan Van IJken contrasteert in zijn film de onverschilligheid van de moderne vleesindustrie met de soms grenzeloze liefde die we koesteren voor huisdieren en prijsbeesten. Terwijl we sommige dieren vertroetelen, kunnen anderen — zoals de meeste varkens — op een veel minder sympathieke behandeling rekenen.
Speelgoedboerderij
Onze verhouding met varkens is in de loop van de twintigste eeuw grondig veranderd. Van kleinschaligheid — waarbij elk gezin of elke gemeenschap zelf varkens kweekte — zijn we naar grootschaligheid gegaan, waarbij varkens met tienduizenden samen zitten en zowel het vlees als het veevoeder over de hele planeet wordt verspreid. Die trend is mooi samengevat in de houten speelgoedboerderij van Tomm Velthuis.
De hedendaagse speelgoedboerderij refereert nog altijd naar de historische vorm en voldoet al lang niet meer aan de realiteit. Daarom maakte Velthuis een moderne variant. Zijn speelgoedset bestaat uit 250 varkens, het voedsel dat ze moeten eten om vet te worden, de bomen die gekapt moeten worden om gewassen te laten groeien en de zure regen die ontstaat door hun mest. Bij de pasgeboren biggetjes hoort ook een mesje om ze te castreren, een vijl voor de tanden en een tang om de staartjes bij te knippen. Elk varken heeft zijn eigen, unieke oornummer en er zijn kettingzagen voor het efficient kappen van bomen. Kinderen, welkom in de 21ste eeuw.
Ook de film “Vleeswording” zet het verschil tussen vroeger en nu in de verf. Tanja Nabben documenteert in deze 33 minuten durende film de traditionele varkensslachting in Zuid-Spanje. Vandaag is het voor veel westerse mensen een schokkende film, terwijl het slachten van dieren eeuwenlang overal zo gegaan is en ook veel respectvoller lijkt in vergelijking met de moderne manier van werken.
Varkenshuis
Eén van de opvallendste gevolgen van de schaalvergoting in de varkenskweek is dat varkens volledig uit het zichtveld zijn verdwenen. Brabant telt ongeveer twee keer meer varkens dan mensen, maar die dieren zijn nergens te zien. Ons varkensvlees is anoniem geworden.
Tot aan de Industriële revolutie was het varken de spaarpot van gezin of gemeenschap. Het varken betekende voedselzekerheid. In tijden van overvloed (na de oogst) at het varken mee. Alle voedselresten gingen naar het varken. In tijden van schaarste (in de winter) werd het varken geslacht zodat het op zijn beurt als het ware de mensen kon voeden. Varkens en mensen leefden dan ook samen, en kenden elkaar. Vaak werden de eigen varkens ook zelf geslacht, wat de verbondenheid nog groter maakte.
——————————————————————————————————–
Het varken was vroeger de spaarpot van gezin en gemeenschap. Mensen en varkens kenden elkaar.
——————————————————————————————————–
Eén van de projecten op mEATing — het “Varkenshuis” van Elles Kiers en Sjef Meijman — bracht het eeuwenoude principe van het varkenshouden weer naar Tilburg. Varkenshuis is het enige werk van mEATing dat buiten de voormalige voedselfabriek staat opgesteld. Vlekkie en Spekkie, twee Bontheimer varkens, broer en zus, staan sinds juni in de openbare tuin van het muziekinstituut in het centrum van Tilburg.
Vlekkie en Spekkie in Tilburg.
De dieren worden verzorgd door “hulpboeren”, een diverse groep buurtbewoners die de varkens voedert (deels met voedselresten), verzorgt, en ze later deze maand ook zelf zullen opeten tijdens een gezamenlijke maaltijd — november is de traditionele slachtmaand. Maar blijkbaar is de moderne mens niet meer bestand tegen de confrontatie met de oorsprong van het voedsel dat hij eet. Varkenshuis riep zoveel tegenstand op dat de tentoonstelling een jaar vertraging opliep.
Tineke Schuurmans: “De bedoeling was dat Varkenshuis er al in maart 2012 had gestaan. We hadden een prima lokatie op het oog maar de buurt heeft zich met hand en tand verzet tegen de komst van de varkens. In feite was één man heel erg tegen. Hij is gaan lobbyen, heeft 250 handtekeningen verzameld, en diende een petitie in bij de gemeenteraad. Opmerkelijk is dat die man een vleeseter is, geen vegetariër. Hij vond het zielig voor die varkens. Maar toen hij werd geïnterviewd voor de nationale radio bevestigde hij dat hij zijn varkenslapje gewoon in de supermarkt koopt. Die dualistische houding van de vleeseter is natuurlijk erg interessant.”
“We hebben daarna nog een bijeenkomst georganiseerd om het allemaal nog eens uit te leggen, en daar daagden ongeveer 90 procent tegenstanders op. Dat was heel eng.”
Denken openbreken
Bij een bezoek aan het Varkenshuis op de nieuwe lokatie is van tegenstand niets te merken. Een vader zit geknield bij het hek en vertelt zijn dochter over de varkens, terwijl een oude dame eten komt brengen. Vlekkie en Spekkie wroeten in de modder en knorren er op los als Tineke ze aait.
Waarom is de stemming over Varkenshuis omgeslagen?
Tineke Schuurmans: “Het draagvlak kwam er samen met de varkens. Varkenshuis is een ontmoetingsplek geworden. Er zijn nu mensen die vragen of ze na de slacht opnieuw varkens krijgen, terwijl er zoveel protest was tegen de komst ervan. En er zijn ook buurtbewoners die nu een petitie en een facebookpagina gestart zijn om te voorkomen dat de beesten geslacht worden. Omwille van dat protest hebben we besloten om de precieze slachtdatum niet te communiceren.”
Protest tegen de slachting van Vlekkie en Spekkie.
De oude dame mengt zich in het gesprek: “We moeten niet zo teerhartig zijn. Mensen zijn het zicht op de werkelijkheid kwijt. Ze willen ons sprinkhanen doen eten, waarom dan geen varkens? Dat is nu eenmaal zoals het gaat, vroeger zag je dit overal.”
Waarom roept Varkenshuis zoveel tegenstrijdige reacties op?
Tineke Schuurmans: “Varkenshuis maakt het varken zichtbaar en voelbaar, en maakt mensen bewust van waar hun vlees nu eigenlijk vandaan komt. Het maakt duidelijk dat we echt wel een varken dood moeten maken als we een hamlapje op ons bord willen krijgen. Dat is iets waar veel mensen hun ogen voor sluiten. We zien die varkens in industriële varkenskwekerijen niet. Maar het zijn wel dezelfde varkens. Mensen reageren heel emotioneel op Varkenshuis. Het komt ineens allemaal heel dichtbij en dan mag het opeens niet meer, dan zijn wij dierenbeulen. Terwijl mensen intussen natuurlijk wel gewoon varkens eten. En ze gaan daar ook helemaal niet mee ophouden. Dat is ook niet de bedoeling van het project.”
Is mEATing dan geen pleidooi voor vegetarisme?
Tineke Schuurmans: “Helemaal niet. mEATing is een kunstproject. We willen alle vragen stellen die er maar zijn. Als kunstenaar kan je een breed perspectief bieden op iets wat meestal op een heel smal paadje blijft lopen. De titel mEATing verwijst daar ook naar. Er zit natuurlijk het Engelse woord voor vlees in, maar ook het woord ontmoeten. Het is de bedoeling om mensen met heel verschillende achtergronden — varkenshouders, vleeseters, vegetariërs — bij elkaar te brengen en met elkaar in gesprek te brengen. Wij willen dat de discussie over vlees op een andere manier gevoerd wordt, met meer begrip voor elkaars standpunt.”
——————————————————————————————————–
Varkenshuis maakt duidelijk dat we echt wel een varken dood moeten maken als we een hamlapje op ons bord willen krijgen. Dat is iets waar veel mensen hun ogen voor sluiten
——————————————————————————————————–
“Bij de negatieve reacties op de komst van Varkenshuis zie je dat mensen alleen maar praten vanuit het beeld dat ze hebben, zonder zich eigenlijk bewust te zijn van wat nou eigenlijk de realiteit is. Als je oogkleppen opdoet, alleen maar volgens je eigen lijn denkt, dan kun je ook niet met andere mensen in gesprek gaan. Dan is het gewoon welles nietes. Iemand die anders denkt over iets heeft pertinent ongelijk. Terwijl ik benieuwd ben waarom die andere zo denkt. Misschien zit er wel iets goeds in.”
Het worsten-universum van Annika Sakic.
“Ik neem geen ecologisch of ethisch standpunt in. Ik wil open staan en benieuwd zijn naar alles. Elke cultuur heeft eigen opvattingen over vlees, en zelfs binnen een cultuur is er veel diversiteit, kijk maar naar ons. Ik ga niet zeggen wie er gelijk heeft. Maar ik vind het boeiend dat die diversiteit er is. mEATing moet heilige huisjes omver trappen — “kill your darlings” doelt ook daar op, het verwijst niet alleen naar de slachting van Vlekkie en Spekkie. Alles is minder logisch dan het in eerste instantie lijkt. Het wordt er niet makkelijker op, niet eenduidiger, maar volgens mij wel realistischer. Waardoor er mogelijkheden ontstaan om dingen te veranderen.”
Hoe reageren organisaties voor dierenwelzijn op je werk?
Tineke Schuurmans: “Ik zoek daar bewust geen contact mee. Dat is nu net waar mEATing niet over gaat. Ik wil de mogelijkheid voor gesprek en dialoog openhouden, terwijl zij heel erg een standpunt innemen tegen iets. Wat zij doen, daar hebben zij gelijk in. Ze zijn eenduidig, heel duidelijk in wat wel kan en wat niet kan. Ze zetten mensen aan het denken door hard en agressief te zijn. Het is het tegenovergestelde van mijn eigen werk en veel van de kunstwerken van mEATing.
——————————————————————————————————–
Voorvechters van dierenrechten en vegetarisme zijn overtuigd van hun gelijk, heel duidelijk in wat wel en niet kan. Ik wil de mogelijkheid voor gesprek en dialoog openhouden
——————————————————————————————————–
“Dierenrechtenorganisaties laten de uitwassen zien, en die zijn er. Het is niet moeilijk om naar een slachterij te gaan en een foto te maken die iedereen doet walgen. Maar het is ook niet moeilijk om het anders te doen. Het is maar met welk oog je ernaar kijkt.”
Het “vleesbevret” van John O’Shea. De Nederlandse kok Sascha Landshoff was de eerste persoon die het brevet haalde.
Eet je zelf vlees?
Tineke Schuurmans: “Ja. Maar sinds ik met de thematiek bezig ben, eet ik wel minder vlees. Niet met minder plezier. Met meer plezier zelfs. Op een dag besefte ik dat ik wel vlees at maar nog nooit had gezien hoe een beest wordt doodgemaakt. Daar werd ik nieuwsgierig naar. Ik ben toen eerst mee gaan jagen. Daar heb ik heel veel van geleerd en daar zijn ook mijn foto’s van gestroopte dieren uit voortgekomen, als een soort eerbetoon. Als je mee gaat jagen, dan besef je meteen dat je niet elke dag een haas kan eten. Je moet dankbaar zijn. Vlees eten van een dier dat je zelf geschoten hebt, voelt ook heel anders dan wanneer je een onpersoonlijk stuk dier uit de supermarkt opeet.”
Je hebt ook een dier geslacht? Hoe voelde dat?
Tineke Schuurmans: “Ik had mezelf beloofd dat als ik er niet in zou slagen om een dier te slachten, ik ook zo fair en dapper zou moeten zijn om te stoppen met het eten van vlees. Maar ik kon er tegen, en ik eet dus nog steeds vlees. Maar ik weet nu wat er allemaal aan vooraf is gegaan. Het is een soort offer, en er hoort ook een rouwproces bij. Dat wordt natuurlijk nog meer zo als je het dier in kwestie een tijdlang intensief hebt verzorgd.”
Zijn ook slachterijen niet erg grootschalig geworden?
Tineke Schuurmans: “Er is een groot verschil tussen een persoon die een dier slacht en dat zelf helemaal tot vlees verwerkt, en de manier van werken in een megaslachterij waar het allemaal lopende bandwerk is. Daar krijg je heel snel het idee dat het niet langer om levende wezens gaat. Het gebeurt niet machinaal, het is bijna allemaal mensenwerk. Maar het is wel een routineklus, die overigens bijna exclusief wordt uitgevoerd door buitenlanders. Iedereen doet een stukje. De één snijdt de hele dag harten uit, terwijl de ander een hele dag huiden afstroopt. Er komt snel een afstand met het dier, je eigen verantwoordelijkheid vloeit weg. Als je een dier zelf slacht en tot vlees verwerkt, ben jij daar duidelijk verantwoordelijk voor. Je weet waarmee je bezig bent.”
——————————————————————————————————–
“Vlees eten van een dier dat je zelf hebt geslacht, voelt heel anders dan wanneer je een onpersoonlijk stuk dier uit de supermarkt opeet”
——————————————————————————————————–

mEATing wordt mee gesteund door Stuurgroep Landbouw Innovatie Brabant. Marjon, waarom staan jullie achter zo’n controversieel project?
Marjon Krol: “Er is veel discussie over de intensieve varkenshouderij in Brabant, en bij uitbreiding ook in andere delen van Nederland en in Vlaanderen. Die discussie gaat ook over de relatie tussen mensen en varkens. Een relatie die er eigenlijk niet meer is. Binnen de landbouw is er natuurlijk ook het besef dat er misschien gewoon te veel varkens zijn, maar het is een conservatieve sector die je niet makkelijk verandert. Daarom leek het ons interessant om eens vanuit een heel andere invalshoek naar de relatie mens en varken te kijken. Zo kan je op een andere manier de varkenshouderij ter discussie stellen.”
In feite is Varkenshuis voor Brabant een stap terug in de tijd?
Marjon Krol: “Precies. Het is nog niet zo lang geleden dat iedereen een eigen varkentje had. Zo is de varkenshouderij in de provincie ook gegroeid. De weerstand tegen de komst van Varkenshuis is natuurlijk interessant. Er wordt op beleidsniveau gedebatteerd over het afbouwen van megastallen, het gaat dan om plekken waar tienduizenden varkens bij elkaar zitten. Maar in de stad hebben de mensen vandaag al problemen met de komst van twee varkens. Dan stelt zich de vraag of die aantallen er wel om doen. Misschien ligt het probleem met die megastallen wel elders.”
Bestaat de kans dat we opnieuw terugkeren naar Varkenshuizen in de stad?
Marjon Krol: “Ik weet het niet. Er wordt veel over stadslandbouw gepraat, maar het is altijd plantaardig, met uitzondering van kippen. Dus in die zin past een stadsvarken wel in een trend. Maar kippen zijn compact, een varken in de stad ligt minder voor de hand. Misschien kunnen we proberen de varkens opnieuw veel meer in beeld te brengen. Misschien zou je het met een bepaalde schaalverkleining de industriële varkenshouderij minder anoniem kunnen maken. Veel Nederlands varkensvlees is bedoeld voor export, en het is de vraag of daar nog wel maatschappelijk draagvlak voor is. Ik denk dat het meer die kant uit zal gaan, want het is helemaal niet zo praktisch om varkens in de stad te houden. En in feite zitten internationaal gezien productie en consumptie in Nederland nu al heel dicht bij elkaar. We houden al varkens in de steden. Alleen zie je ze niet.”
——————————————————————————————————–
In feite zitten productie en consumptie in Nederland al heel dicht bij elkaar. We houden al varkens in de steden. Alleen zie je ze niet.
——————————————————————————————————–
Tineke Schuurmans: “Er zijn andere manieren om varkens meer zichtbaar te maken. Bijvoorbeeld Pig Chase is een computergame dat je met varkens kan spelen. De dieren spelen het met hun snuit op een groot aanraakscherm. Je hebt als mens op die manier contact met een dier dat je later misschien wel op je bord krijgt. De dieren hebben intussen afleiding, en gaan elkaars staart niet afbijten. Varkens hebben behoefte aan uitdaging, ze zijn intelligent. Er is een proef gedaan waaruit bleek dat een varken het haalt van een chimpansee bij het spelen van een computergame. Het varken — dat de joystick bediende met de neus — had veel sneller door hoe het spel in elkaar zat.”
“Als de noodzaak er is, dan komen er terug varkens in onze steden. Na een ramp bijvoorbeeld, waardoor we wel moeten. Maar langs de andere kant hebben we ook veel technische mogelijkheden die alsmaar groeien. Denk bijvoorbeeld ook aan kweekvlees. Dan ga je een varkenslap eten van een varken dat nog steeds leeft, of er nooit is geweest. Zo ver zijn we nog lang niet, het is nu nog heel erg inefficiënt met energie, en ook de smaak staat nog nergens. Maar er wordt aan gewerkt. Het is de grote vraag bij vele kwesties: gaan we terug naar de natuur, of gaan we verder op de technologische weg.”
Kris De Decker (met dank aan Tim Joye)
![]()
——————————————————————————————————–
mEATing Praktisch
mEATing loopt nog tot 30 november, van woensdag tot en met zondag van 11u tot 18u. De tentoonstelling vindt plaats in het voormalig pand King Cuisine, Energieweg 30, 5071 NP Udenhout (vlakbij Tilburg). De entree bedraagt 5 euro. Er zijn ook een aantal nevenactiviteiten gepland, zoals het symposium waarop het vlees van Vlekkie en Spekkie zal worden opgegeten . Voor meer informatie zie de website en facebook-pagina van het evenement.
Varkenshuis Tilburg loopt nog tot een niet nader genoemde datum in november. Dan worden de dieren geslacht. Er zijn nog twee andere varkenshuizen in Nederland: eentje in Rotterdam en eentje in de Drentse Veenkolonieën.
——————————————————————————————————–
Update: het boek
Er is een mooi boek gemaakt van het evenement: “mEATing is the massage”. Naast heel wat andere bijdragen is ook dit artikel erin verschenen. Het boek is verkrijgbaar via de boekhandel of te bestellen via info [apestaartje] meating [punt] nu.
Insectenvlees: een alternatief voor vegetarisme?
De consumptie van vlees krijgt steeds meer kritiek vanuit ecologische hoek. Een mogelijk antwoord daarop is de kweek van insectenvlees, die een stuk milieuvriendelijker belooft te zijn dan de industriële kweek van varkens, koeien of kippen.
Hoewel insecten door miljoenen mensen als een lekkernij worden beschouwd, met name in veel tropische landen, zijn ze bij ons in de keuken taboe. Maar insectenvlees zou ook onherkenbaar kunnen worden gemaakt of in grote getale gekweekt kunnen worden als veevoeder voor kippen, varkens, koeien en vissen. Daarmee zou de milieukost van vlees omlaag kunnen zonder voedseltaboes te doorbreken. Lees meer: Insectenvlees: een alternatief voor vegetarisme?
——————————————————————————————————–
|
// http://pagead2.googlesyndication.com/pagead/show_ads.js |







Geef een reactie op Eddie Reactie annuleren