Als antwoord op de milieuproblematiek wordt vaak gesteld – ook
in de reacties op deze website – dat het fundamentele probleem de
snelle aangroei van de wereldbevolking is. Maar dat is een mythe, stelt
een onderzoek door het “International Institute for Environment and
Development”. Niet de snelle bevolkingsaangroei in ontwikkelingslanden,
maar overconsumptie in rijke landen is de oorzaak van alle ellende.
——————————————————————————————————-
——————————————————————————————————-
De snelle bevolkingsaangroei in ontwikkelingslanden draagt nauwelijks bij tot de uitstoot van broeikasgassen, zo stelt een onderzoek (PDF) dat gisteren verscheen in het tijdschrift “Environment and Urbanization“.
De focus op de bevolkingsaangroei in de derde wereld leidt de aandacht
af van het echte probleem, schrijven de onderzoekers: de overconsumptie
in rijke landen. De cijfers in het onderzoek tonen aan dat de regio’s
waar de bevolking het snelst toenam, ook de regio’s zijn waar de
uitstoot van broeikasgassen het traagst steeg.
Arm versus rijk
De
studie analyseerde de bevolkingsgroei en de CO2-uitstoot van 1980 tot
2005. Afrika (onder de Sahara) was in die periode goed voor 18,5
procent van de bevolkingsaangroei, maar slechts voor 2,4 procent van de
toename van broeikasgassen. Alle armste landen samen namen in die
periode 52 procent van de bevolkingsaangroei voor hun rekening, maar
slechts 13 procent van de groei aan broeikasgassen.
De rijkste
landen waren daarentegen goed voor slechts 7 procent van de totale
bevolkingstoename, maar zorgden voor 29 procent van de toegenomen
uitstoot. De CO2-uitstoot bedraagt in de meeste Afrikaanse
landen slechts 0,1 tot 0,2 ton per persoon. In België en Nederland is
dat respectievelijk 11,1 en 11,3 ton per persoon.
Europa
Hieronder
in de tabel (afkomstig uit de studie) staat per regio de evolutie van
bevolkingsaantal en CO2-uitstoot, beide uitgedrukt in procenten. De
CO2-uitstoot van Europa ging achteruit, hoofdzakelijk omwille van de
fors gedaalde emissies in Rusland, Oekraïne, Polen en Oost-Duitsland
sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. In België steeg de bevolking
van 1980 tot 2005 met 0,2 procent en daalde de CO2-uitstoot met 0,5
procent. In Nederland steeg de bevolking met 0,6 procent en de
CO2-uitstoot met 0,7 procent (de cijfers voor all landen afzonderlijk
vind je vanaf pagina 22 van de studie).
De cijfers voor de CO2-uitstoot van de rijkste landen zijn
bovendien een flinke onderschatting, aangezien steeds meer van onze
spullen in arme landen worden geproduceerd. Dat is een belangrijke
reden voor de beperkte stijging en lichte daling van de CO2-uitstoot in
respectievelijk Nederland en België. Een belangrijk percentage van de
uitstoot die aan armere landen wordt toegekend, zou eigenlijk voor onze
rekening moeten komen. Zo is bijna 30 procent van het energieverbruik
en 35 procent van de CO2-uitstoot in China (en omringende landen) afkomstig van de fabricage van exportgoederen. (Update: Europeanen vervuilen vooral in het buitenland).
Zonnepanelen en computerchips
De olie-industrie in Nigeria is de belangrijkste bron van broeikasgassen in het Afrika onder de Sahara (bronnen 1/2 – PDF). Ook de ontbossing in tropische gebieden, bijvoorbeeld voor de productie van biobrandstoffen, is een belangrijke bron van milieuschade die eigenlijk onze verantwoordelijkheid is. Zonnepanelen en computerchips
worden steeds vaker in ontwikkelingslanden geproduceerd. Wij zetten die
producten vervolgens in om energie te besparen, maar de milieuschade
die ze veroorzaken komt voor rekening van de ontwikkelingslanden (Update: Europeanen vervuilen vooral in het buitenland).
Inclusief productie van grondstoffen
en consumentengoederen in arme landen, bedoeld voor export naar rijke
landen, komt 90 procent van de uitstoot van broeikasgassen voor
rekening van de 20 procent rijkste mensen op aarde, stellen de
onderzoekers (Update: Europeanen vervuilen vooral in het buitenland). Om iets aan de opwarming van het klimaat te doen, en de
vele milieu- en energieproblemen die daarmee samenhangen, zouden we ons
dus beter exclusief op dit onhoudbare consumptiepatroon richten.
Mensen, maar geen consumenten
De auteurs van de studie stellen een nieuwe methode voor om de totale
milieu-impact van de mensheid te berekenen. Tot nu toe stelt die
formule (I=PAT) dat de totale impact (I) gelijk is aan bevolking (P)
maal welvaart (A) maal beschikbare technologie (T). Zij stellen een andere
vergelijking voor: I=CAT. Bevolking (P) wordt vervangen door
consumenten (C).
De
onderzoekers stellen dat één zesde van de
wereldbevolking zo arm is dat ze nauwelijks voor enige CO2-uitstoot
zorgen. Het zijn mensen, maar geen consumenten. Zij zouden dus niet in
rekening mogen worden gebracht. Bijna 2 miljard mensen hebben niet eens
elektriciteit, en dus evenmin broodroosters, dvd-recorders of
spaarlampen.
De wereldbevolking bedraagt momenteel 6,8 miljard mensen en
verwacht wordt dat er eind deze eeuw 9 tot 10 miljard mensen zullen
zijn. De grootste toename wordt verwacht in de armste landen, waar
nauwelijks consumenten zijn. De bevolkingstoename is dus – globaal
bekeken – nauwelijks een milieuprobleem te noemen.
Je kan
opmerken dat arme mensen rijker kunnen worden, maar dan kom je tot
dezelfde conclusie. Naarmate mensen rijker worden, maken ze minder
kinderen. Desondanks
gaat de CO2-uitstoot van de familie flink omhoog, want ze consumeren
niet minder maar
meer. Hoe je het ook draait of keert, ons consumptiepatroon helpt ons
naar de verdoemenis.
Bovendien
zeggen we al 50 jaar dat we de armoede zullen uitroeien, maar daar is
nog altijd niets van in huis gekomen. De kans is dus groot dat arme
mensen arm zullen blijven.
Handen in onschuld wassen
De
schuld voor alle milieuproblemen in de schoenen van snel voortplantende
Afrikanen schuiven, is natuurlijk een prima excuus om zelf je handen in
onschuld te wassen. Of, zoals George Monbiot
het uitdagend omschrijft: “Het is geen toeval dat de meeste mensen die
geobsedeerd zijn door het probleem van de bevolkingsaangroei vooral
rijke, blanke, oudere mannen zijn: het is zowat het enige
milieuprobleem waarvoor ze niet verantwoordelijk kunnen worden
gesteld”.
Monbiot geeft daarmee een sneer naar de invloedrijke wetenschapper James Lovelock, die onlangs stelde dat er een onlosmakelijk verband bestaat tussen de opwarming van de aarde en de aangroei van de wereldbevolking.
En Monbiot besluit: “Het wordt tijd dat we de ballen hebben om het
probleem een naam te geven. Het is niet seks, maar geld. Het zijn niet
de armen, het zijn de rijken.”
Leren van de Afrikanen
De
sleutel tot het oplossen van de milieuproblematiek is het drastisch
verminderen van de consumptie in rijke landen – en daar horen Nederland
en België zeker bij. Het probleem – én de oplossing – liggen dus bij ons.
Er is geen reden tot doemdenken. We kunnen bovendien heel wat van de
Afrikanen leren, want zij amuseren zich zonder te consumeren.
© Kris De Decker / foto’s door hdpt / Via TimesOnline.
Blijf op de hoogte van nieuwe berichten via e-mail, feed, twitter of facebook.




Geef een reactie op Kris De Decker Reactie annuleren