Onderstaande opiniebijdrage verscheen in de Nederlandse krant nrc-next van 3 maart 2009. De illustratie werd gemaakt door Milo.
——————————————————————————————————–
|
// http://pagead2.googlesyndication.com/pagead/show_ads.js // http://pagead2.googlesyndication.com/pagead/show_ads.js |
——————————————————————————————————–
In de strijd tegen de klimaatopwarming, het dreigende energietekort en de economische crisis worden spaarlampen, elektrische auto’s, windmolens, zonnepanelen, groene gadgets en hogesnelheidstreinen ingezet. Door het ontwerpen van zuiniger technologie zouden we geld, energie en CO2 kunnen besparen.
Het te verwachten succes van die aanpak is twijfelachtig. Ecotechnologie is duur en dus op de korte termijn niet voor iedereen weggelegd. Pas op de langere termijn wordt er geld bespaard. Een ledlamp mag dan over 30 jaar bekeken energie en geld besparen, je legt er nu wel een flinke cent voor op tafel. Een treinreis duurt niet alleen vier keer langer dan een vliegtuigtrip, ze is ook vier keer duurder.
Daarbij kost de fabricatie van ecotechnologie ook energie en grondstoffen. Zo bleek al dat er in de stad zo weinig wind is dat een kleine windmolen op je dak of in de tuin tijdens zijn levensduur minder energie oplevert dan de energie om de machine zelf te maken. Het resultaat is meer energieverbruik, niet minder.
Ingebouwde zonnepaneeltjes
Gadgets die zelf energie opwekken via een ingebouwd zonnepaneeltje worden enthousiast onthaald, maar een zonnecel op een snel verouderend apparaat zoals een mobiele telefoon zal nooit de energie terugwinnen die de productie ervan vroeg. Tien jaar lang dezelfde telefoon gebruiken richt aanzienlijk minder schade aan dan elke drie jaar een nieuw ecotech mobieltje aanschaffen.
Een andere misvatting is dat energiezuinige technologie per definitie energiebesparing als gevolg heeft. Dat kan wel eens gebeuren, maar meestal is dat niet zo. Computers, televisies en automotoren zijn de afgelopen decennia veel efficiënter geworden. Toch neemt het energieverbruik van die machines nog altijd toe, door de nog steeds groeiende behoefte aan capaciteit, vernuft en snelheid.
Energiezuinige motoren resulteerden niet in zuiniger auto’s, maar vooral in zwaardere en snellere auto’s. De efficiënte lcd-technologie bracht geen zuiniger televisies, maar grotere beeldschermen. Gekleurde ledlampen worden als decoratie met tienduizenden tegelijk op de gevels van wolkenkrabbers gekleefd; die vervangen geen gloeilampen, maar introduceren verlichting waar voorheen geen verlichting was.
Minder technologie
We kunnen veel meer bereiken zonder de nieuwste technologie. Het verlagen van de grootte, het gewicht en de snelheid van auto’s zou een veel groter effect op het energieverbruik hebben dan efficiëntere motoren, betere aerodynamica en energierecuperatiesystemen – een auto heeft acht keer meer motorvermogen nodig om twee keer zo snel te rijden. Combineer zo’n lowtechmaatregel met ecotechnologie en je winst wordt nog groter. Doe het met ecotechnologie alleen en er verandert niets.
Het gemiddelde Nederlandse huishouden heeft volgens de beste schattingen 29 gloeilampen in huis. Uiteraard kan het energieverbruik naar beneden door die te vervangen door spaarlampen, maar het aantal gloeilampen halveren tot vijftien levert natuurlijk hetzelfde resultaat op. Iemand die elke avond een boek leest bij één gloeilamp verbruikt veel minder energie dan iemand die 29 spaarlampen heeft ingeschroefd, op twee zuinige laptops tegelijk werkt en naar een met zonne-energie opgeladen muziekspeler luistert. Een verbod op gloeilampen is dus geen garantie voor energiebesparing. Een maximum aantal gloeilampen per huishouden instellen is even onzinnig – wat we nodig hebben is een hoge belasting op fossiele brandstoffen, grondstoffen en kernenergie. Dan zou alles vanzelf gaan.
Krachtinspanning
Het Energie Centrum Nederland berekende een goed jaar geleden dat er 10.000 gigawattuur elektriciteit per jaar kan worden bespaard als alle supermarkten in Europa simpelweg deuren op hun koel- en vrieskasten zouden schroeven. Tienduizend gigawattuur staat gelijk aan het continu doen branden van 19 miljard gloeilampen van 60 watt. Daar kan geen ecotech tegenop. Niemand haalt het in zijn hoofd om thuis de koelkast of diepvries een hele dag open te zetten, maar in supermarkten is het de normaalste zaak van de wereld.
Duizenden kleine apparaten die op batterijen of op elektriciteit werken, zouden ook kunnen worden aangedreven met een kleine krachtinspanning. Voor de jongsten onder ons: een fietslicht werd niet altijd gevoed met batterijen, maar via een dynamo. Hebben we die automatische blikopener echt nodig? Kunnen we de raampjes van onze auto echt niet manueel opendraaien? We automatiseren zelfs de kleinste fysieke handelingen, terwijl we ondertussen roepen dat het energieverbruik omlaag moet.
Als we afstand nemen van het high tech-fetisjisme kan de ontwikkeling van de technologie eindelijk de juiste kant opgaan: naar extreem zuinige en lichtere apparaten en machines die lang meegaan, makkelijk te herstellen zijn, en met zo weinig mogelijk energie en grondstoffen geproduceerd kunnen worden. Minder spullen, maar wel betere spullen.
© Kris De Decker
PS: Het kaderstukje bij het opiniestuk in de krant, dat stelt dat de Toyota Prius meer energie
verbruikt dan een auto met verbrandingsmotor, werd niet door mij
geschreven (al lijkt dat zo) en werd zonder mijn medeweten gepubliceerd. En dan vragen de kranten zich af waarom ze hun geloofwaardigheid verliezen.
|
// http://pagead2.googlesyndication.com/pagead/show_ads.js |
——————————————————————————————————–
Lees meer:
- Zo lossen we de energiecrisis (nooit) op
- Een wereldwijd netwerk van duurzame energie
- Hernieuwbare energie op grote schaal is een illusie: we zijn te laat begonnen
- Hoeveel olie kost de productie van olie?
- Moeten we het energieverbruik rantsoeneren? Een sociaal alternatief voor hogere energieprijzen
- Ook LED-lampen moeten bij het gevaarlijk afval

Plaats een reactie