|
// http://pagead2.googlesyndication.com/pagead/show_ads.js |
Een kleine windmolen op je dak of in je tuin is een aantrekkelijk idee. Maar microwindturbines leveren nauwelijks elektriciteit op.
Stijgende elektriciteitsprijzen en winstbejag van energieleveranciers doen steeds meer mensen besluiten om zelf hun elektriciteit op te wekken, via zonnepanelen of microwindturbines. De aankoop van zonnepanelen wordt door de overheid gestimuleerd, maar het gebruik van particuliere windmolens wordt ontmoedigd.
Uit bezorgdheid voor visuele hinder en geluidshinder wordt vrijwel nooit een bouwvergunning uitgereikt voor een microwindturbine. Die terughoudendheid is een goede zaak, zij het om een andere reden. De machines zijn peperduur en leveren amper genoeg energie op om een gloeilamp te doen branden.
——————————————————————————————————–
|
// http://pagead2.googlesyndication.com/pagead/show_ads.js // http://pagead2.googlesyndication.com/pagead/show_ads.js |
——————————————————————————————————–
De hoge energieprijzen van de afgelopen jaren hebben tot een ware explosie van het aanbod van microwindturbines geleid – windmolens die speciaal ontworpen zijn voor plaatsing op een dak of in de tuin. De meeste van die machines zitten nog in de ontwikkelingsfase, maar sommigen zijn al op de markt. In België en Nederland is dat het geval voor de Energy Ball V100. De belangstelling voor deze kleine windmolen is groot.
De Energy Ball is een uitvinding van Riekus van de Klippe van het Nederlandse ingenieursbedrijf Aerolift en wordt aan de man gebracht door Home Energy. De Energy Ball lijkt speciaal ontworpen om tegemoet te komen aan de twee belangrijkste bezwaren van overheden voor het uitreiken van een bouwvergunning. De molen oogt mooi en is met een geluidsproductie van 40 tot 45 decibel relatief stil. De Energy Ball kan zowel op het dak als op een mast (10 tot 12 meter hoog) in de tuin worden geplaatst. Voor die laatste optie is er volgens Home Energy sowieso geen bouwvergunning nodig (noot: lezer Renaat heeft daar vraagtekens bij).
Revolutionaire windmolen
Net zoals alle andere microwindturbines (verkocht in het buitenland of nog in de ontwikkelingsfase) heet de Energy Ball “revolutionair” te zijn.
Het design verschilt in grote mate van dat van een klassieke windmolen. Volgens de fabrikant levert de machine veel meer energie op dan een traditionele windmolen met wieken, en genereert ze al bij lagere windsnelheden (vanaf 2 Beaufort) elektriciteit.
Het geheim van dat alles is het zogenaamde “Venturi-effect”, geïnspireerd door de stromingen in een rivier. Dankzij de “buitengewone aerodynamische eigenschappen” ontstaat er een “windstromingspatroon” waarbij de wind eerst “convergeert” en vervolgens “accelereert”.
Maximale opbrengst
Dat klinkt allemaal erg veelbelovend, maar wat zeggen de cijfers? Volgens de website van de verdeler bedraagt het vermogen van de Energy Ball 100 watt bij een windsnelheid van 10 meter per seconde (6 Beaufort). De maximale opbrengst (bij 17,5 meter per seconde of 8 Beaufort) bedraagt 500 watt. Bij hogere windsnelheden wordt de turbine uitgeschakeld. Honderd watt is niet veel (je kan er niet eens een grote breedbeeldtelevisie mee doen werken) en zelfs de maximale opbrengst van 500 watt (bij een flinke storm) is maar nauwelijks niet voldoende om een huishouden volledig op windenergie te doen draaien.
Optimistische cijfers
Erger is dat de gemiddelde windsnelheid op land vele malen lager ligt dan dat. Volgens de verdeler kan de Energy Ball 500 kilowattuur elektriciteit per jaar leveren, of 15 tot 20 procent van het elektriciteitsverbruik van een gemiddeld Nederlands gezin (dat jaarlijks 3.567 kilowattuur elektriciteit verbruikt). Die cijfers zijn gebaseerd op een gemiddelde windsnelheid van 7 meter per seconde (4 Beaufort). Maar dat is wel heel erg optimistisch.
Windkaarten
Volgens de windkaarten bedraagt de gemiddelde windsnelheid op 10 meter hoogte in België ongeveer 4 meter per seconde (of 3 Beaufort) in het binnenland en 5 tot 6 meter per seconde (3 tot 4 Bft) aan de kust. Je moet al op het strand in Oostende wonen om enigszins in de buurt te komen van een gemiddelde windsnelheid van 7 meter per seconde.
Nederland scoort iets beter, maar ook daar bedraagt de gemiddelde windsnelheid over grote delen van het binnenland niet meer dan 4 meter per seconde (het gemiddelde voor heel Nederland is 4,3 meter per seconde). Alleen in de kuststrook wordt 7 meter per seconde gehaald.
100 kilowattuur per jaar
Bij een gemiddelde windsnelheid van 4 meter per seconde bedraagt de jaarlijkse opbrengst van de Energy Ball volgens de fabrikant slechts 100 kilowattuur. Dat is geen 15 tot 20 procent, maar amper 3 tot 4 procent van het jaarlijks elektriciteitsverbruik van een gezin. Hoge bomen of andere gebouwen in de omgeving kunnen dat cijfer nog verder naar beneden halen.
——————————————————————————————————–
“De energie-opbrengst van de Energy Ball is berekend op een gemiddelde windsnelheid van 7 meter per seconde. Dat is wel heel erg optimistisch, tenzij je op het strand woont.”
——————————————————————————————————–
Nochtans stelt de verdeler dat de Energy Ball afhankelijk van de verbruikssituatie in een “gedeelte of de totale energiebehoefte kan voorzien”. Misschien dat er ergens in de Benelux wel een hippie huist die slechts 100 kilowattuur per jaar verbruikt, maar die leeft dan echt wel in het stenen tijdperk: 100 kilowattuur per jaar komt overeen met een continu vermogen van 11 watt – daar kan je niet eens een gloeilamp mee doen branden. Een draadloze modem verbruikt ongeveer 8 watt.
Kostprijs: 5.000 euro
De bijzonder lage opbrengst van de Energy Ball zou geen probleem vormen als de machine erg goedkoop was. Zoals de verkoper opmerkt, kunnen de molens immers “in serie (op of naast elkaar) worden geplaatst”. Maar dat wordt dan wel een heel erg dure grap. De Energy Ball kost 3.000 euro, BTW inbegrepen. Voor de plaatsing komt daar nog eens 1.500 tot 2.000 euro bij (afhankelijk van de installateur).
Om een idee te geven: als een “gemiddeld Nederlands gezin” de beloofde 15 procent van het elektriciteitsverbruik wil dekken via windenergie, dan heeft het minstens 5 Energy Balls nodig. Kostprijs: 22.500 tot 25.000 euro. Wil dat gezin al zijn elektriciteit opwekken via windenergie, heeft het bijna 30 Energy Balls nodig = 135.000 tot 150.000 euro.
Terugverdientijd: 50 jaar
In nogal wat nieuwsartikels wordt beweerd dat de Energy Ball zichzelf in 10 jaar terugbetaalt, maar de verdeler is op zijn website voorzichtig genoeg om te stellen dat “de terugverdientijd afhankelijk is van de initiële investering, de jaarlijkse opbrengst en het heersende kWh tarief”.
——————————————————————————————————–
“Als een gemiddeld gezin al zijn elektriciteit via windenergie wil opwekken, heeft het 30 Energy Balls nodig. Totale kostprijs = 150.000 euro”
——————————————————————————————————–
Als we uitgaan van een investering van 5.000 euro (er zijn ook onderhoudskosten zoals het tienjaarlijks vervangen van de rotorbladen, dus dit is een optimistische schatting), een energie-opbrengst van 100 kilowattuur (bij een gemiddelde windsnelheid van 4 meter per seconde) en een prijs per kilowattuur elektriciteit van 1 euro (inclusief levering, belastingen, BTW, transport en meterhuur) dan levert de Energy Ball een jaarlijkse besparing op van 100 euro (1).
Dat betekent dat het 50 jaar duurt alvorens de investering zich terugbetaalt, terwijl de molen volgens de fabrikant maar 20 jaar meegaat (en de garantie slechts 2 jaar bedraagt).
Milieubewustzijn
Dit alles betekent niet dat de Energy Ball per definitie een te mijden investering is. De microwindturbine is veel te duur en het bedrijf stelt de energie-opbrengst veel te rooskleurig voor, maar de handelspraktijken van andere elektriciteitsleveranciers – Electrabel, Nuon en consorten – grenzen evengoed aan oplichterij.
Bovendien valt moeilijk te voorspellen in welke mate de elektriciteitsprijzen verder zullen stijgen. De afgelopen tien jaar steeg de elektriciteitsprijs in België met 250 procent. Als de prijs per kilowattuur de komende jaren vervijfvoudigt, dan betaalt de machine zich inderdaad op tien jaar terug.
——————————————————————————————————–
“In tegenstelling tot zonnepanelen bestaan windmolens uit een groot aantal mechanisch bewegende onderdelen. Er kan dus vanalles stuk gaan. De garantie op zonnepanelen bedraagt minstens 20 jaar, die op de Energy Ball 2 jaar”
——————————————————————————————————–
Ook is het niet onmogelijk dat de Energy Ball door schaalvergroting straks goedkoper zal worden, wat opnieuw een verbetering van de terugverdientijd als gevolg heeft. Nieuwe producten zijn altijd erg duur, en het zijn de “early adopters” die goedkopere massaproductie mogelijk maken.
Bovendien mogen zonnepanelen dan financieel een betere keuze zijn voor een particulier dan een windmolen, dat komt vooral omdat ze door de overheid worden gesubsidieerd. Subsidies zouden de Energy Ball dus financieel veel interessanter kunnen maken.
Ook kan je stellen dat de aankoop van de Energy Ball uit ecologisch oogpunt sowieso een verstandige investering is, ook al is het dan een slechte financiële investering (2).
(Afbeelding: de Loopwing, een aan de Energy Ball verwante microwindturbine uit Japan)
Garantie
Toch zijn er ook een aantal nadelen verbonden aan microwindturbines in het algemeen, en dus ook aan de Energy Ball. In tegenstelling tot zonnepanelen bestaan windmolens uit een groot aantal mechanisch bewegende onderdelen. Er kan dus vanalles stuk gaan. En terwijl zonnepanelen worden verkocht met een garantie van minstens 20 jaar, bedraagt de garantie op de Energy Ball slechts 2 jaar. Als de machine door een zware storm na 2,5 jaar stuk gaat, blijft de eigenaar zonder energie en met een zware financiële kater achter. Windmolens kunnen bij storm ook schade veroorzaken aan gebouwen of mensen verwonden.
Laagwaardige energiebron
Het fundamentele probleem van microwindturbines is dat ze per definitie elektriciteit halen uit een laagwaardige energiebron: zeker in een bebouwde omgeving is de wind laag bij de grond erg grillig en veranderlijk. Het plaatsen van grote windmolens zal zowel financieel als ecologisch altijd een betere keuze zijn dan het plaatsen van microwindturbines. Op 75 meter hoogte valt er al bijna 2 keer meer wind te oogsten als op 10 meter hoogte, en de grootste windmolens zijn intussen nog een stuk hoger dan dat. Bovendien is er op die hoogte veel minder turbulentie omdat er minder (of geen) obstakels zijn.
——————————————————————————————————–
“Het fundamentele probleem van microwindturbines is dat ze per definitie elektriciteit halen uit een laagwaardige energiebron.“
——————————————————————————————————–
Het zou onze samenleving veel meer geld kosten om een betekenisvol percentage aan duurzame energie op te wekken via microwindturbines dan via grote windmolenparken, zelfs als we daarbij rekening houden met de energieverliezen die optreden bij het transport van de elektriciteit. Dat wil niet zeggen dat de elektriciteitsproductie niet beter gedecentraliseerder zou verlopen: het kan bijvoorbeeld wel een goed idee zijn als een groep van huishoudens samen geld inzamelt om één grote windmolen aan te kopen. In dat geval combineer je een hoog rendement met het wegvallen van de transportverliezen.
Woekerwinsten
Helaas zijn de inspanningen van de grote energieproducenten (ondanks alle dure woorden en imagocampagnes) nog altijd verwaarloosbaar. Bedrijven als Electrabel strijken woekerwinsten op, maar dat geld gaat niet naar duurzame investeringen – het verdwijnt in de zakken van de aandeelhouders. De frustratie van particulieren is dus begrijpelijk, en daar spelen bedrijven als Home Energy handig op in. Het is wachten op moedige en rechtvaardige beslissingen van politici – maar dat is tegenwoordig net zoiets als geloven in Sinterklaas.
© Kris De Decker
|
// http://pagead2.googlesyndication.com/pagead/show_ads.js |
——————————————————————————————————–
(1) Sinds de vrijmaking van de energiemarkt is er geen vaststaand tarief meer per kilowattuur. De prijs is afhankelijk van de leverancier, het gebied waar je woont, het totale jaarlijkse verbruik, het aansluitvermogen, het aantal tellers en de schoenmaat van het oudste gezinslid.
Ik heb het hoogst mogelijke cijfer gebruikt dat ik kon vinden (1 euro per kWh). Andere bronnen spreken van een gemiddelde kostprijs van 0,35 of 0,20 euro per kWh: in dat geval loopt de terugverdientijd van de Energy Ball op tot 150 of 250 jaar. Als je de elektriciteitsprijs in de VS als uitgangspunt neemt, bedraagt de terugverdientijd 750 jaar.
(2) Update: Volgens een onderzoek van de UK Carbon Trust kost de productie van microwindturbines meer energie dan ze tijdens hun levensduur opleveren. Dat zou betekenen dat ze niet alleen financieel, maar ook ecologisch een slechte keuze zijn.
(3) Een lezer getuigt over zijn ervaringen met de Energy Ball.
(4) Bijna 40 kleine windturbines getest
(5) Nog een getuigenis van een lezer, over een andere turbine (Windsave 1200)
——————————————————————————————————–
Verwante artikels :
- De microwindturbines van de toekomst? een windturbine van hout en schroot
- Zwevende windturbines : energie uit de wolken?
- Kitesurfen voor Electrabel : de vlieger als alternatief voor de kerncentrale
- Bouw je eigen windmolen: de Windbelt en andere bouwplannen
- Waarom de elektrische auto geen toekomst heeft : snelle oplaadtijden voor elektrische auto’s worden enthousiast onthaald, maar ze leiden tot enorme pieken in het elektriciteitsverbruik
- De donkere kant van zonne-energie : hoeveel energie kost de productie van zonnepanelen?
- Oorlog om windenergie? windparken “stelen” wind van elkaar
- Maak alles zelf: online handleidingen en instructies voor lowtech doe-het-zelvers




Geef een reactie op polderjongen Reactie annuleren